Hebben wij ooit in alle vrede samengeleefd? Zonder verontrustende gedachten, zonder oordeel; gewoon zalig toeven, en eten, en vrijen?

Ik neem u mee. Minstens twee miljoen jaar terug. Toen wij - onze soort - in alle vrede samenleefden. Tezamen in groepen waarin je werd geboren en spontaan, zonder leerplicht of instructies, je bestaan kon opnemen. Een omgeving waarin wij puur intuïtief; als vanzelf in staat waren gewoon te … zijn. Dat lang vervlogen tijdperk waarin we gewoon konden toeven in het wonderlijke grote huis van de natuur.
Wacht! Is dat ooit dan zo geweest? Is dat geen gekkepraat en helemaal niet voor te stellen? Wel, laten we er een voorstelling van maken. Kijk eens naar de mensaap, de gorilla. Haast je, want ze zijn met uitsterven bedreigd. Geef hun gunstige omstandigheden - laat ze met rust - en je ziet dat deze apen de kunst kennen om vredig in groep te leven. Zonder enige behoefte aan personal space leunen ze wonderlijk dicht bij elkaar aan. Soms leunen ze gewoon op elkaar. Geen enkel probleem. Zelden zie je dit totaal ontspannen vertoon bij de mens. Het spreekt ogenblikkelijk tot onze verbeelding; het raakt ons enorm, maar we lijken er niet meer toe in staat. Niet meer, want onze emoties verklappen dat wij mogelijk die paradijselijke toestand hebben gekend.
Trouwens, zou het niet die intuïtieve nostalgie zijn - de verborgen herinnering aan die wonderlijke toestand van zo lang geleden - die ons brengt tot het beoefenen van meditatie? Ooit namen wij volledig ontspannen plaats in de natuur. Met onze blik op de einder, of de ons omringende natuur. Of met de blik op elkaar gericht zonder enige bedreiging, zonder tijdsdruk, en zonder oordeel over de ander of onszelf.
Dat is exact wat wij, denkende en onzekere mensen vandaag betrachten door het experimenteren met meditatietechnieken. Wij zoeken opnieuw ontspannen onze intrek te nemen in de kosmische natuur en proberen te ontsnappen aan de bedreigende wereld van oordeel, prestatie, eer en glorie. Wij verlangen ten diepste naar de ongecompliceerde en ongedwongen rust die wij vandaag kunnen vaststellen bij enkele soorten mensapen.
Het is erg oneerlijk dat wij net gorilla's hebben uitgekozen als beeld van al wat gewelddadig is. Want gorilla's zijn zo niet - wij zijn zo. - David Attenborough
Gewoon zijn. Het moet onze soort zijn overkomen. Daar ligt de oorsprong van onze anders-niet-te-verklaren moraliteit en van ons geweten. We kunnen het ons moeilijk herinneren, maar hebben het ooit ‘geweten’. Onze soort heeft ooit een vredevol bestaan gekend waarmee wij in een soort ‘gedurig nu’ naar de dingen keken die ons volledig vertrouwd waren. We hadden geen verontrustende gedachten. Al wat telde was kijken zonder oordeel; gewoon zalig toeven, en eten, en vrijen.
Misschien vinden we er nog iets van terug in de blik van de grootouder die vanop een afstand de spelende kleinkinderen aanschouwt. Je denkt even niet over jezelf; je kijkt naar het spel en de ander. Je aanschouwt de eenvoud van het leven en het ongecompliceerde samenleven. Heel even zat je in de paradijselijke roes van echte vrede.
Maar als dit ons ooit lukte: vrede (ergens) op aarde. Waarom dan vandaag niet meer? Wat waren toen de voorwaarden voor dit lang vervlogen paradijselijke tijdperk? En wat zijn de voorwaarden voor vandaag?
Comments