Enige tijd geleden las ik in Freedom over de hardheid van de dierlijke conditie. Dieren zitten opgescheept met een natuurlijke drang of instinct om hun genen door te geven door zoveel mogelijk sterke nakomelingen te creëren. Hierdoor is er een voortdurende strijd tussen hen om er als beste uit te komen. Alleen een sterke dominante hiërarchie kan deze strijd onderdrukken. De vraag is of dit erg is voor deze dieren? Als dieren bewust zouden zijn zoals mensen, zou dit voor hen dramatisch zijn. Maar dieren hebben het geluk om vooral in het NU te leven. Dat betekent dat ze alleen maar hun instinct kunnen volgen.
Deze houding geeft hen ook het beste gevoel want zo streven zij hun doel als soort na: de sterkste genen doen overleven om de soort beter te maken. Ze dienen ook de gehele natuur met een gevoel van volkomen aanvaarding. Ze weten bvb als gazelle dat er af en toe eentje door een roofdier weggepikt wordt. Het gras op de steppe weet dat het door die gazelle opgegeten kan worden. De mineralen in de bodem weten dat ze door het gras opgenomen worden om verder te kunnen groeien. De ganse natuur is op elkaar afgestemd om als geheel elkaar te voeden om als geheel te bloeien en te groeien.
Nu we via Freedom van Jeremy Griffith begrip hebben van de menselijke conditie die onze instincten en intellect verzoent, zijn we eindelijk in staat om in harmonie met de wereld om ons heen te leven zoals andere dieren dat doen. De morele liefdevolle instincten die in strijd zijn geweest met ons intellect, zullen worden erkend en hierdoor zullen we vreugdevol kunnen zijn. Dit IS mogelijk en waarschijnlijk zodra we begrijpen wat de Menselijke Conditie is. En dat is NU.
Wij zijn de Aarde!
Ik vind het een troostende gedachte dat de dieren, door een erg beperkt denkend bewustzijn, niet diepzinnig of passioneel terugblikken of vooruitkijken naar dat wat ons als mens heel erg zou terneer drukken.